Culturele Infrastructuur & Monumentenzorg

Culturele Infrastructuur & Monumentenzorg

In de Provincie Zuid Holland is genoeg te vinden op het gebied van cultuur. De term culturele infrastructuur is erg breed en bestrijkt een breed gebied. Het betreft hoofdzakelijk publieke voorzieningen met een bepaalde waarde voor de samenleving. Vooral het cultureel erfgoed is goed vertegenwoordigd in de Provincie. De culturele erfgoedlijnen en de hieraan verbonden z.g. cultuurtafels zijn inmiddels in Zuid Holland een begrip. Vooral de voorlichting aan scholen en andere onderwijsinstellingen krijgt veel aandacht en dat is goed. Het Zuid Hollands Erfgoedhuis speelt hierin een vooraanstaande en faciliterende rol. Cultureel erfgoed is overal in onze samenleving aanwezig. In onze musea, historische binnensteden en op het platteland. Maar ook in de bodem en als immaterieel erfgoed in onze tradities, rituelen en verhalen. De Provincie zet zich samen met de rijksoverheid in voor het optimaal in stand houden van ons erfgoed. Ook de toegankelijkheid en bereikbaarheid vormt een belangrijk aspect in het beleid van de Provincie. De Provincie zet zich in om het aanwezige cultureel erfgoed functioneel in te zetten voor wat betreft de huisvesting van musea maar ook andere gebruikers zoals bepaalde maatschappelijke organisaties. Er is vooral veel aandacht voor educatie en spreiding over de Provincie waarbij de pluriformiteit een belangrijk issue is. Ook heeft de Provincie een rijke geschiedenis voor wat betreft de samenstelling van de bevolking. Het begrip diversiteit krijgt veel aandacht in de media en de discussie over de geschiedenis van m.n. de oude Provincie “Holland” wordt volop gevoerd. Ook de mediasector heeft een belangrijke positie in het cultuurbeleid van de Provincie. De regionale en lokale media staan onder druk en moet in stand gehouden worden door bepaalde en gerichte (financiële) ondersteuning met Provinciale middelen. De vrijheid van meningsuiting en hieraan gekoppeld de persvrijheid is een belangrijk “goed” in onze samenleving. Voor wat betreft de zorg voor Monumenten wordt het steeds lastiger deze optimaal in stand te houden omdat er soms onvoldoende middelen beschikbaar zijn om de monumenten in goede conditie te houden. Ook hier wordt driftig gezocht naar het functioneel inzetten van deze monumentale objecten om de continuiteit te kunnen waarborgen.
Duurzame Ruimtelijke Ordening & Wonen

Duurzame Ruimtelijke Ordening & Wonen

Het probleem van hoe we met de beschikbare ruimte omgaan is vooral in Zuid Holland nogal ingewikkeld en omvangrijk. Er is nauwelijks een beleidsterrein denkbaar dat geen ruimtelijke consequenties kent. In feite is onze provincie gewoon vol, alhoewel dat meestal ontkend wordt. Belangrijke functies als wonen, recreëren, natuur, en allerlei bedrijvigheid van land- en tuinbouw tot aan zware industrie concurreren met elkaar om ruimte en zitten elkaar vaak in de weg. En ja ook wegen en openbaar vervoer zijn natuurlijk belangrijk. In de provincie Zuid Holland gaat het meeste provinciale geld momenteel overigens naar asfalt. Wij vinden dat er meer evenwicht in activiteiten en uitgavenpatroon van de provincie moet komen. De klimaatverandering, de vergrijzende samenleving, de overstap naar hernieuwbare energie, het nijpende tekort aan woningen en de harde grenzen in de landbouw waar we tegen aanlopen maken het probleem van de ruimtelijke ordening alleen maar ingewikkelder. Dat vergt accentverschuivingen op sommige terreinen. Het vergt ook een sterke overheid en een bestuur dat niet bang is om heldere keuzen te maken. Om effectief te kunnen zijn moeten de drie overheidslagen in onze ogen beter samenwerken. Binnen een bestuurslaag zoals de provincie moeten de diverse beleidsvelden meer integraal werken. Er is nog teveel verkokering. Maar bovenal is het belangrijk dat de overheid weer meer “waar voor zijn geld” gaat leveren. Het maatschappelijk rendement moet beter. De lastendruk voor de burger is enorm groot. De lasten moet eerlijker verdeeld worden en ook de resultaten van het overheidsbeleid moeten voor iedereen merkbaar worden. Ook voor ouderen dus. Voor 50PLUS is het belangrijk dat de provincie Zuid Holland een leefbare provincie blijft, voor alle inwoners jong en oud. We leven niet bij brood alleen. Dus bescherming van het open landschap en versterking van de beperkte natuur die is overgebleven in onze omgeving kan in onze ogen wel wat prioriteit gebruiken. Wonen is een eerste levensvoorwaarde. De volkshuisvesting is de afgelopen jaren door verkeerd beleid afgebroken. Het resultaat is woningnood en onbetaalbare huisvesting. Omdat we niet al het groene landschap in Zuid Holland kunnen verstenen wil 50PLUS dat er in Zuid Holland wordt gestart met een deltaplan voor de naoorlogse flatwijken. Vervang verouderde flats op grote schaal door andere duurzame woningtypen, doe aan verdichting en pak met die operatie meteen nog een aantal andere grote maatschappelijke opgaven aan. Denk hierbij bij voorbeeld aan levensloopbestendigheid van woningen, van de openbare ruimte en van voorzieningen in de wijk of aan vergroening. Elders op deze website wordt dit nader uit de doeken gedaan en worden ook andere aspecten van beleid behandeld die gerelateerd zijn aan ruimtelijke ordening. Een voorbeeld: Wij willen geen enorm grote windturbines in het landschap of enorme zonnevelden. Dat zijn industriële activiteiten en die horen dus thuis op industrieterreinen.
Vitaal Platteland

Vitaal Platteland

De provincie Zuid Holland verstedelijkt in rap tempo. Het lijkt wel of iedereen er wil wonen. Dat hangt natuurlijk samen met het feit dat in onze provincie heel veel economische bedrijvigheid van allerlei aard te vinden is. Bij die bedrijvigheid hoort trouwens ook de land- en tuinbouw die uiteraard niet gebaat is bij de voortgaande verstening. Naast de ruimteclaims voor de functies wonen en werken is er ook een toenemende behoefte aan gebieden waar de groeiende bevolking van de nog schaarse natuur en het beperkt aanwezige open landschap kan genieten. Dat open landschap staat onder enorme druk en 50PLUS geeft grote prioriteit aan de bescherming er van. Bedreigingen zijn o.a. bodemdaling, de energietransitie, de industriële land- en tuinbouw, en de gevolgen van de klimaatverandering. Ons cultuurlandschap verandert in snel tempo in een onaantrekkelijk industrieel landschap. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek verliezen we elke dag liefst 8,5 hectare aan open ruimte, onder meer door verstedelijking, nieuwe infrastructuur, en de groei van logistieke bedrijvigheid. Van het resterende cultuurlandschap loopt de kwaliteit al decennia terug, als gevolg van de enorme druk van de steeds intensievere landbouw. De grenzen van wat het landschap aankan zijn reeds lang geleden overschreden. 50PLUS steunt het provinciale beleid dat gericht is op het verduurzamen van de landbouw, het groener en waterrijker maken van het stedelijk landschap en het vergroten van de biodiversiteit. Het is van groot belang voor de leefkwaliteit en gezondheid van onze inwoners, en straks die van hun kinderen, dat we zuinig zijn op de nog beperkt aanwezige natuur en het open landschap. Waar mogelijk dienen we te herstellen wat verloren gegaan is. Wij erkennen dat dit kan betekenen dat we op een gegeven moment voor bepaalde activiteiten het bordje “vol” gaan ophangen in onze provincie. Of zoals het advies van de commissie Remkes luidde: “Niet alles, kan overal”.
Milieu, Energie & Klimaat

Milieu, Energie & Klimaat

Klimaat en Energie Nederland zet zich in om in 2050 energieneutraal te zijn. We willen af van fossiele brandstoffen en bereiden ons voor op de gevolgen van de klimaatverandering. De energietransitie, een circulaire economie en klimaatadaptatie, het zijn dé maatschappelijke opgaven van deze tijd. Ook de provincies nemen hierin hun verantwoordelijkheid. Provincies spelen bij de aanpak hiervan een belangrijke rol. Zij kunnen op regionaal niveau de betrokken partijen met elkaar verbinden. Daarnaast maken ze duurzame investeringen mogelijk. Provincies investeren bijvoorbeeld zelf in de ontwikkeling van nieuwe technieken voor het hergebruik van grondstoffen. Ook zetten zij in op innovatieve duurzame oplossingen in het openbaar vervoer, zoals energiezuinig asfalt, zero-emissiebussen en laadpalen. Hiernaast maken de provincies ruimte voor zonnepanelen en windmolens in het landschap en bevorderen zij duurzame land- en glastuinbouw. Sociale leefbaarheid Klimaat, natuur en milieu zijn daarom belangrijke dossiers, niet alleen voor senioren, maar ook voor onze kinderen en kleinkinderen. Wij willen binnen de provincie dit mede verbinden aan een sociaal leefbaarheid. Onder andere om natuurgebieden en parken dicht tegen de sociaal leefbare gebieden te brengen. Kritisch zijn wij ten aanzien van de aanleg van de Rijnlandroute. Het besluit over de aanleg van deze weg is genomen, daarom zet 50PLUS zich in voor een betere inpassing van deze weg. Middels een betere en fatsoenlijke inpassing wordt er geen of minder aanslag gepleegd op de leefbaarheid en gezondheid van de inwoners. Waar nodig wordt de weg verdiept aangelegd of in een tunnel. Duurzaamheid en geluidsoverlast 50PLUS  is van mening dat duurzaamheid een belangrijke factor is in het beleid van de Provincie. Met name op het gebied van energie- en milieuontwikkeling liggen belangrijke kerntaken voor de Provincie. De toepassing van bijvoorbeeld wind- en zonne-energie en de inpassing in de ruimte zijn maatschappelijk belangrijke factoren. Vooral de discussie over mogelijke overlast die ondervonden wordt is een belangrijk issue. 50PLUS zet zich in om door middel van het handhaven van normen voor geluidsoverlast, gezonde lucht- en natuurbeheer de overlast voor omwonenden te beperken. Daar waar gewenst en mogelijk zet 50PLUS zich in voor het creëren van recreatiemogelijkheden zoals wandel & fietspaden in de Provincie. CO2-uitstoot Door het terugdringen van de CO2-uitstoot en andere milieumaatregelen waakt 50PLUS over de leefbaarheid voor volgende generaties. Bestaande natuurgebieden worden zo veel mogelijk opengesteld voor publiek en beschermd. Natuur moet je namelijk kunnen beleven en dient daarom gemakkelijk toegankelijk te zijn.   50PLUS sociaal betrokken voor nu en later
Regionale Bereikbaarheid

Regionale Bereikbaarheid

De Provincie Zuid Holland wil graag de best bereikbare Provincie zijn en in de toekomst ook blijven. Hiervoor is het nodig dat er voldoende mogelijkheden zijn voor de noodzakelijke mobiliteit. De Fractie van 50PLUS is van mening dat de druk op de ruimte erg hoog is. Er is weinig ruimte om grote infrastructurele projecten te realiseren zonder de leefbaarheid en gezondheid van de inwoners in gevaar te brengen. Gezocht moet worden naar andere alternatieven dan de auto en voordat er weer meer “asfalt” aangelegd wordt moet nut en noodzaak duidelijk en bewezen zijn. Recent is bewezen dat de aanleg van de Rijnlandroute veel overlast voor de inwoners met zich mee brengt en dat er niet voldoende middelen beschikbaar worden gesteld voor een zo goed mogelijke inpassing. De Fractie van 50PLUS zal alleen maar meewerken aan infrastructuur als nut en noodzaak onomstotelijk bewezen is en er voldoende middelen zijn voor een optimale inpassing waarbij de omwonenden zo min mogelijk overlast ondervinden. Voor de fractie van 50PLUS is het zelfstandig blijven wonen, het blijven meedoen aan de maatschappij van elementair belang. Vervoer dus ook Openbaar Vervoer is hierbij reuze belangrijk. De nieuwe vervoersconcepten vormen ook voor ouderen en mensen met een beperking een grote uitdaging. Als we alleen al kijken naar de revolutionaire ontwikkeling die de E-bikes doormaken zijn er steeds meer mogelijkheden voor goed vervoer van A naar B niet alleen over korte afstand maar ook over midden lange afstanden. Vooral de ontwikkeling van het ketenvervoer is een belangrijke innovatieve ontwikkeling die naar de mening van de fractie van 50PLUS nu verder in de praktijk geïmplementeerd kan worden. Aandachtspunt hierbij is vooral de relatief hoge snelheid van deze E-Bikes en de reactiesnelheid van m.n. ouderen. De fractie van 50PLUS wil daarom voorstellen gelijk met de implementatie vooral voldoende in te zetten op de veiligheid op de fietspaden en bijvoorbeeld ook de snelheid te limiteren. Het is van belang dat wij goed en toegankelijk OV blijven aanbieden voor alle doelgroepen. Voor de fractie van 50PLUS is hierbij niet alleen de financieel economische haalbaarheid voor de concessie houder van belang maar ook de bereikbaarheid en continuïteit voor de gebruikers. Wij maken ons zorgen over de opstelling van de concessiehouder die stelt dat: “Nieuwe diensten ontstaan door commerciële of maatschappelijke initiatieven, maar niet als eerste waar de vraag gering is”. Als Provincie moeten wij zorgen voor een omslag naar een vraaggericht, flexibel mobiliteitssysteem, ook op plekken waar dit niet vanzelf tot stand komt. Naast het stimuleren van ketenvervoer zetten we ook in op een combinatie van doelgroep vervoer en individuele particuliere initiatieven op vervoersgebied zoals de samenwerking met taxi bedrijven in de regio. De fractie van 50PLUS zou graag zien dat er onderzocht wordt of een soort persoonlijk OV budget voor ouderen en mensen met een beperking een mogelijkheid zou kunnen zijn voor betere en flexibele vervoers mogelijkheden voor ouderen en bepaalde doelgroepen. Ons is gebleken dat in de daluren er taxibedrijven zijn die deze doelgroepen tegen een gereduceerd tarief willen vervoeren. De betaalbaarheid van het OV staat onder druk. Onze fractie maakt zich zorgen over de manier waarop de concessiehouder kijkt naar het rendement voor bepaalde lijnen en de inzet hiervan in gebieden waar minder mensen gebruik maken van het OV. Op papier zijn hiervoor al allerlei oplossingen bedacht maar in de praktijk blijkt vaak dat deze of moeilijk en in sommige gevallen helemaal niet uitvoerbaar zijn. De opties die er wel zijn bieden de gebruikers vaak erg veel overlast zoals lange wachttijden enz… Onze fractie wil ook aandacht vragen voor het gegeven dat er de komende periode sprake is van een toename van “vergrijzing” van de bevolking. Het behoeft naar onze mening daarom geen verdere uitleg dat ook het OV gebruik hierdoor zal toenemen door ouderen. In 2050 zal een kwart van de bevolking tot de 65-plussers behoren. Momenteel ligt dit rond de 15 procent en in 1970 was dit nog geen 10 procent. Ouderen stellen andere eisen aan mobiliteit en hebben een ander verplaatsingspatroon; over het algemeen verplaatsen ze zich over kortere afstanden en fietsen ze minder vaak. Aan de andere kant is de verwachting dat ouderen in de toekomst vaker zullen reizen en meer met de auto zullen gaan, hoewel zij weer minder tijdens de huidige spitsuren zullen reizen omdat er geen sprake is van woon werkverkeer. Zo is een technologische trend die nu al zichtbaar is de opkomst van de elektrische fiets. Mensen kunnen zo aanmerkelijk grotere deur-tot-deurafstanden afleggen of sneller naar een station of halte fietsen. Ook kan verdere technologische vooruitgang de auto zuiniger en schoner maken waardoor het op die vlakken meer gelijkenis krijgt met de huidige schone vormen van het openbaar vervoer. Een ontwikkeling die steeds meer zijn intrede doet in de mobiliteitssector is de toenemende automatisering van voertuigen, zowel binnen het openbaar vervoer als bij de auto. In het railgeleide openbaar vervoer rijden al langer zelfrijdende voertuigen rond, maar mogelijk rijden er binnen afzienbare tijd ook commercieel te exploiteren zelfrijdende busjes op daarvoor aangewezen infrastructuur en op den duur zelfs op de openbare weg. Op welke wijze en binnen welk tijdsbestek de automatisering en zelfsturing van wegvervoer, zoals bussen of auto's, zal doorzetten is echter nog niet helder. Het is wel duidelijk dat als dit gebeurt, dit significante implicaties zal hebben voor de mobiliteit. Zelfsturende technologie maakt bijvoorbeeld dat de tijd die in een auto wordt doorgebracht op een andere manier kan worden ingevuld en maakt het individueel autovervoer ook toegankelijker voor mensen die nu op het OV zijn aangewezen, zoals mensen zonder rijbewijs of met een beperking. Als gevolg van automatisering en digitalisering ontstaan er ook meer tussenvormen van modaliteiten, zoals deelauto's en deelfietsen, zelfsturende busjes die mogelijk op den duur op afroep beschikbaar zijn en nieuwe commerciële alternatieven zoals taxi- en vervoerbestelapps. Het onderscheid tussen openbaar vervoer en ander vervoer is steeds lastiger te maken. Vooral digitalisering kan een belangrijke rol spelen bij het op elkaar afstemmen van deze modaliteiten en het vormen van de meeste optimale deur-tot-deurreis voor de reiziger. Zo zijn vraag en aanbod van mobiliteit steeds beter op elkaar af te stemmen en is reisinformatie steeds sneller en beter inzichtelijk. Daarmee kunnen reizigers nog beter een keuze maken aan de hand van beschikbare data. Uitkomsten op hoofdlijnen:
  • In de meeste regio's zullen de steden naar verwachting groeien. Daar zal het openbaar vervoer een belangrijke rol blijven spelen. De ruimte is in deze stedelijke gebieden te beperkt voor grootschalig individueel gebruik van de auto. Een systeem gebaseerd op collectief vervoer zal in 2040 nodig zijn om de groeiende mobiliteit te kunnen verenigen met een prettig leefklimaat. Voor alle regio's geldt dat de steden die een regionale centrumfunctie vervullen goed bereikbaar moeten zijn.
  • In de regionale analyses zijn voorstellen opgenomen over de inrichting van het collectief vervoersysteem. In alle regio's is het voorstel om reizigers te bedienen via snelle en directe lijnen, al dan niet met een lightrail-systeem of netwerk van HOV-bussen als belangrijke basis. Dit draagt bij aan de bereikbaarheid (van bijvoorbeeld arbeidsplaatsen) van steden en regionale centra en verkleint de reistijd naar belangrijke bestemmingen.
  • Nieuwe mobiliteitsdiensten bieden reizigers in (landelijke) gebieden cq op tijdstippen met een geringere vraag naar openbaar vervoer een beter product dan een bus die maar één keer per uur komt en er lang over doet.
  • In alle regionale uitwerkingen is opgenomen dat de regio's deze laagfrequente bussen willen vervangen door nieuwe mobiliteitsdiensten.
  • De (elektrische) fiets en het openbaar vervoer worden meer als één samenhangend systeem gezien. Afhankelijk van de regionale structuur en de gemiddeld te overbruggen afstanden (als voor- en natransport) door reizigers ligt de nadruk meer op nieuwe mobiliteitsdiensten of meer op de (elektrische) fiets.
Regionale Economie

Regionale Economie

Economische bedrijvigheid is vanzelfsprekend een harde noodzaak om onze verzorgingsmaatschappij in stand te kunnen houden. Geen welzijn zonder welvaart. Een van de belangrijke overheidstaken is aldus om de voorwaarden te scheppen waardoor bedrijven en instellingen, die o.a. werkgelegenheid bieden voor onze inwoners, kunnen gedijen. Dat kan op allerlei manieren, bijvoorbeeld door letterlijk ruimte te bieden via de instrumenten voor ruimtelijke ordening. 50PLUS houdt vast aan de stelregel dat de overheid op het gebied van de economie niet meer dan een faciliterende rol heeft. Als concreet voorbeeld kunnen we het beleid rond de bedrijfstak van toerisme en vrijetijdsbesteding noemen. We hebben ons verzet tegen subsidiëring van promotie- en marketingactiviteiten omdat dit normale bedrijfstaken zijn. Aan de andere kant werken we graag mee aan het verbeteren van de infrastructuur in de provincie. Daar hebben niet alleen toeristen baat bij maar ook de eigen inwoners. Een ander voorbeeld van actief provinciaal beleid betreft het onderwerp “Human Capital”. De provincie spant zich samen met het bedrijfsleven in voor het beschikbaar krijgen van gekwalificeerd personeel in sectoren waar er wat dit betreft sprake van schaarste is. 50PLUS heeft succesvol gepleit om die activiteiten, die vooral op het faciliteren van het bedrijfsleven waren toegespitst, ook uit te breiden naar sectoren met een not-for-profit karakter, zoals de gezondheidszorg. Bij 50PLUS staat altijd het maatschappelijk belang voorop en we zijn er niet op uit om een speciale groep of sector te bevoordelen. In dat kader is onze fractie enthousiast over de bemoeienissen van de provincie Zuid Holland met het bevorderen en ondersteunen van wetenschap, innovatie en het ondersteuning van startende bedrijven in nieuwe sectoren. Het is belangrijk dat de economische bedrijvigheid ook toekomstbestendig is of wordt. Dat is een maatschappelijk belang van de eerste orde. Sectoren komen en gaan. Zo moet er op termijn vervanging komen voor  bedrijvigheid die gebaseerd is op gebruik, verwerving en verwerking van fossiele brandstoffen. De provincie Zuid Holland draagt een steentje bij aan economische vernieuwing via subsidies en via de eigen ontwikkelingsmaatschappij Innovation Quarter. De focus ligt op sterke economische sectoren die zich met (nieuwe) technologie bezighouden. Daarbij gaat het om ‘Clean Technology’, ‘Life Sciences and Health’, ‘Safety and Security’, ‘Horticulture’ en ‘Smart Industry’. 50PLUS steunt dit beleid van harte omdat we ook als partij toekomstgericht zijn.
Kwaliteit Openbaar Bestuur

Kwaliteit Openbaar Bestuur

De fractie van 50PLUS Zuid Holland wil zeker niet rigide vasthouden aan het huis van Thorbecke. Wij zien ook dat het gaat om efficiënt en slagvaardig bestuur in het belang van de inwoners.  Samenwerking door middel van nieuwe samenwerkingsvormen zoals een ambtelijke samenwerking, niet samenvallend met bestuurslagen maar in een soort van “tussenruimte”,  nodig en goed kan zijn. Echter door de veelheid aan samenwerkingsvormen duizelt het soms niet alleen bij burgers maar vaak ook bij volksvertegenwoordigers / bestuurders en ambtenaren. Wat 50PLUS betreft moet samenwerking in welke vorm dan ook niet worden gezocht om vooral zaken bestuurlijk gemakkelijk voor elkaar te krijgen waarbij de democratische legitimiteit niet voorop staat. 50PLUS heeft vaak het gevoel dat dat de inwoners onvoldoende betrokken zijn of worden bij dit proces ondanks de vorm van representatieve democratie die de Gemeenteraad in zich heeft. Uit recent onderzoek blijkt dat 70% van de Gemeenteraadsleden niet goed op de hoogte zijn of het proces niet kunnen volgen waarlangs een herindeling tot stand komt. De fractie van 50PLUS ziet graag een meer transparant en open proces waarbij de betrokken bestuurders duidelijk en helder verantwoording afleggen over de in gang gezette procedure die moet leiden tot een adequate vorm van besturen. Het gegeven dat een inwoner eens in de vier jaar een stem mag uitbrengen wordt vaak als voldoende democratische legitimiteit gezien. De kiezer kan toch op een andere partij stemmen als hij of zij het niet eens is met wat in samenwerking met andere gemeenten, of tussen provincie, gemeenten, kennisinstellingen of bedrijven tot stand is gekomen”: wordt dan gezegd. 50PLUS is zeer voor het vastleggen van een aantal principes van behoorlijke samenwerking met aandacht voor de democratische legitimiteit en verantwoording zoals in het essay van de heren Teisman en Voermans wordt voorgesteld. Recente decentralisaties in het sociale domein (jeugdzorg, WMO en de komst van Veiligheidsregio’s), maar ook het regionaler worden van sociaaleconomisch bestuur hebben volgens onderzoeker Tops het niveau van politieke besluitvorming grootschaliger gemaakt en een soort opwaartse druk veroorzaakt naar bovenlokale samenwerking. Kwetsbaarheden op het vlak van democratische controle en verantwoording dienen zich dan aan. Na de decentralisaties van zorg en arbeid ontstond er een golf van gemeenschappelijke regelingen en samenwerkingsvormen tussen gemeenten. Het onderzoek van Coelo (Centrum voor onderzoek van economie en lagere overheden) liet zowel inhoudelijk als financieel geen positieve resultaten zien van de tot nu toe gerealiseerde samenwerking. Besparing van kosten en verbetering van dienstverlening heeft deze herindeling en nog niet echt opgeleverd. Een recent advies van de Raad Openbaar Bestuur (ROB) laat zien dat de groei aan samenwerkingsvormen de democratische legitimiteit kan aantasten. De Burgemeester van Hillegom geeft in het rapport aan dat door de hoeveelheid en omvang van zoveel samenwerkingsverbanden de Gemeenteraad niet door heeft dat ze flink wat autonomie & controle uit handen heeft gegeven aan deze ontwikkeling. In juli 2017 is er op initiatief van onze fractie een bijeenkomst geweest in Leiden met de heer Job Cohen betreffende de ontwikkeling van het midden-bestuur in relatie tot de democratische legitimiteit in het bestuur. Dit mede naar aanleiding van een boek geschreven door de heer Richard van Oevelen met de titel: “De Provincie in het nauw”. Dit boek laat naar onze mening zien dat voortbordurend op het huis van Thorbecke onze democratie een “opfrisbeurt” nodig heeft. Graag ziet de fractie van 50PLUS dat we in de Provincie Zuid Holland dit onderwerp nader met elkaar bespreken. De vraag aan de Bestuurders is waarom er vaak alleen over lokaal en nationaal wordt gesproken over het onderwerpen “democratische vernieuwing”. Onze fractie pleit ervoor ook de het midden-bestuur (Provincie) hierbij te betrekken. 50PLUS betreurt het dat het door onze fractie ingediende initiatief voorstel voor een goede monitoring  in het sociaal domein niet is overgenomen. In de tussenrapportage zien wij dat aangedrongen wordt op een vorm van monitoring naar de effecten in het sociaal domein. We kunnen daarom niet anders concluderen dan dat dit “een gemiste kans is voor open doel”! De Provincie moet met haar “vuist op tafel slaan” en onze positie als midden bestuurslaag claimen in het openbaar bestuur. Steeds vaker wordt er gesignaleerd dat  samenwerking tussen grote gemeenten en omliggende kleinere gemeenten- kernen vaak op gespannen voet staan. De machts- en krachtsverhoudingen liggen niet gelijk: dit heeft zeker ook gevolgen voor de democratische legitimiteit en invloed van de inwoners. Grote gemeenten zien zich liefst “provincievrij”” (geen bemoeizucht) maar weten de provincie te vinden als het ondersteuning aan komt zowel financieel als inhoudelijk. De provincie krijgt hier dan steeds meer de rol van een soort pinautomaat is een mooie typering van Teisman en Voermans”. Een metropool en of stadsregio die steeds meer oprukt (als een soort “rupsje nooit genoeg”) is ideaal voor experimenten met het opstellen van principes om innovatieve vormen van ketenpartnerschap te koppelen aan nieuwe publieke verantwoording. Maar dan wel met voldoende controle door de volksvertegenwoordiging, lees inwoners naar de deelnemende partners en andere betrokken organisaties. Maar de “samenwerkingstrein” door laten denderen zonder aan de democratische legitimiteit te denken, dus met voldoende betrokkenheid van de inwoners, daar zijn wij fel op tegen.