Bijdrage J. Haasnoot Provinciale Staten Vergadering 22 september 2021

19 oktober 2021

Notulen van Provinciale Staten Vergadering 22 september 2021

OPENING De VOORZITTER: Dames en heren, goedemorgen allemaal. Welkom.

BESPREEKSTUKKEN A. PERMANENTE BEWONING RECREATIEWONINGEN

De VOORZITTER: Aan de orde is het bespreekpunt permanente bewoning recreatiewoningen. Dit onderwerp is op advies van de commissie Ruimte, Wonen en Economie als bespreekpunt geagendeerd. Er vindt geen besluitvorming plaats, maar u kunt desgewenst wel moties indienen.

….

De VOORZITTER: Dank. Ik geef het woord aan de heer Haasnoot (50PLUS). De heer HAASNOOT (50PLUS): Het onderwerp, waarover wij ons vandaag buigen en waar wij van tevoren heel veel uren in hebben moeten stoppen, is in feite conceptueel niet zo heel ingewikkeld. Een oplossing vinden is dus ook niet zo moeilijk, lijkt mij. Ik kom daarop terug aan het einde van mijn betoog. Ik maak van de gelegenheid gebruik om maar even te reflecteren op het overheidshandelen, net als mijn voorganger. Wij willen tenslotte niet al te vroeg thuis zijn vandaag. Mijn fractie verwondert zich enigszins over de gang van zaken. Ik denk dat de provincie Zuid-Holland deze casus zou moeten benutten om een stukje zelfonderzoek te doen. De Staten gaan binnenkort op retraite, heb ik begrepen, maar ik denk dat ook Gedeputeerde Staten wel eens mogen nadenken over de vraag waarom wij het in deze casus over de vakantieparken niet elke dag beter hebben gedaan. Wij zijn toch een beetje blijven hangen in de status quo van het ‘going concern’-beleid, en er was weinig veranderbereidheid vanuit het provinciehuis. Ik veroorloof mij daarom de volgende opmerkingen of kanttekeningen. Je mag hopen dat maatschappelijke problemen in de provincie op alle relevante beleidsgebieden worden gesignaleerd en dat men daar dan ook iets mee doet op grond van de juiste afwegingen. Wat ik hier zie, is in feite een brevet van onvermogen voor het provinciaal bestuur, dat de problemen rond de vakantieparken door een Statenlid moesten worden aangekaart. De gemeenten zijn er al wat langer mee bezig en zelfs het Rijk heeft het onderwerp geagendeerd. De provincie Zuid-Holland lijkt dus enigszins achter de feiten aan te hobbelen. En, als het probleem dan op tafel ligt, dan verwacht je een adequate reactie vanuit ons middenbestuur. Mijn indruk is dat er toch eerder sprake is geweest van wegkijken, ontkennen, oplossingen problematiseren, kortom, eerder van het smoezenboek opentrekken dan van kordaat de uitdaging tegemoet treden. Burgers wordt weleens weerstand tegen verandering aangewreven, als de overheid iets voor elkaar wil krijgen. Maar misschien moet de overheid zelf ook af en toe eens in de spiegel kijken. Ik zie in ieder geval een soort tegenstribbelende provincie die, omdat het blijkbaar niet anders kan, met frisse tegenzin een concrete, specifieke situatie wil aanpakken in de hoop dat de rest dan overwaait. Tegelijkertijd gaat u wel uw energie besteden aan het bestrijden van een maatregel van het Rijk die meer ruimte wil bieden aan permanente bewoning van vakantieparken. Dat levert wat onze fractie betreft geen fraai beeld op. Ten slotte is het mij opgevallen dat de ambtelijke molens hier nogal langzaam draaien. Dat kan een kwestie van capaciteit zijn of misschien van iets anders; ik kan daar vanuit mijn positie geen hoogte van krijgen. Maar hier moet wel iets gebeuren, als je het als provincie elke dag beter wilt gaan doen. Ik leg deze vragen en opmerkingen dan ook bij u op tafel, niet omdat ik Gedeputeerde Staten of de coalitie wil pesten, maar omdat onze fractie ook wil dat het bestuur elke dag, of wat mij betreft elke week, zichzelf verbetert. Bij een ander onderwerp, de huisvesting van senioren, heb ik recent dezelfde gang van zaken waargenomen. Er wordt in eerste instantie niet gereageerd op een groot en groeiend maatschappelijk probleem dat niet ontkend kan worden en dat zich onmiskenbaar aandient. Het beleid bijsturen gaat nogal traag. Voorzitter, regeren is vooruitzien en niet achteraf pleisters plakken. Ik vermoed dus dat deze gang van zaken symptomatisch is voor ons functioneren, in ieder geval op bepaalde beleidsgebieden. Het past misschien ook wel in een trend, waarbij wij in de afgelopen decennia stelselmatig de overheid hebben afgebroken. Een maatschappelijke rekening daarvan wordt ons nu op alle mogelijke manieren gepresenteerd, en op allerlei gebieden. De overheid en de politiek zijn heel goed geworden in marketing en beeldvorming. De plaag van de communicatieafdeling is daarvan een symptoom. Het voorkomen en oplossen van concrete problemen lijkt ons echter van groter nut. En in dat verband hebben wij hier met vakantieparken een heel behapbaar en overzichtelijk probleem op tafel, zoals ik zei. Maar, nogmaals, ik denk dat het erg belangrijk is om de vraag te beantwoorden wat onze interne handicaps of weeffouten zijn die voorkomen hebben dat wij eerder adequaat gereageerd hebben. Ik geef trouwens toe dat passiviteit in uitzonderlijke gevallen een verantwoorde strategie kan zijn. Anderen kunnen voor ons dan de beleidskooltjes uit het vuur halen of het probleem kan zich vanzelf oplossen, maar dat kan hier niet als smoes dienen. Terug naar het begin, voorzitter, want wij willen toch misschien wel een keer naar huis. Het Rijk heeft drie weken geleden een kwaliteits- en afwegingskader gepubliceerd voor het wonen in recreatiewoningen. Daar staat het allemaal in en ik verwijs er graag naar. Mijn fractie is voorstander van wat ik graag ‘gezond verstandbeleid’ zou willen noemen. Daar hoort onder andere bij dat je problemen of uitdagingen niet ontkent en dat je kansen ziet en ook benut, maar op de eerste plaats moet je problemen natuurlijk niet laten ontstaan door als overheid ongewenste ontwikkelingen te gedogen. Maar nu wij eenmaal in die situatie zitten dat bepaalde parken toeristisch-recreatief niet meer exploitabel zijn en bovendien al jarenlang permanent bewoond worden, kun je niet ten eeuwigen dage doorgaan met wegkijken of vasthouden aan een fictieve, papieren werkelijkheid. Dan heb je dus nieuw beleid en afwegingen nodig, waarop je een beslissing baseert om een impasse te doorbreken. Je zult ook een aantal eisen en voorwaarden moeten stellen aan de nieuwe situatie. Wanneer sta je het toe en wanneer niet? De PAL heeft desgevraagd een voorzet gegeven en maakt onderscheid tussen gebieden waar het wel kan en aan de andere kant meer toeristische gebieden, waar je een toeristische en recreatieve functie zou moeten handhaven. Prima, wat onze fractie betreft. En ook prima, als Gedeputeerde Staten dat afwegingskader nog wat willen verbijzonderen of detailleren. Notulen Provinciale Staten Vergadering van 22 september 2021 23153 Permanente bewoning recreatiewoningen Haasnoot, Voorzitter, Mooiman, Oosterop-van Leussen en Çelik Ik kom tot een eind. Nogmaals, het is geen rocket science en het wiel is elders al uitgevonden. Ik ga dus verder niet in op alle mogelijke details, maar wij ondersteunen in ieder geval de motie van de Groep JA21 die u vraagt om met een kaderstellend beleidsstuk te komen. Voor Gedeputeerde Staten ligt hier een kans om het morgen beter te gaan doen. Zet eens een paar wissels om, zodat u op een ander spoor komt, is ons advies. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank.

50PLUS wacht even de beantwoording van de gedeputeerde af en neem op basis daarvan een verdere beslissing over dan wel voor of tegen te stemmen. Dank u wel, voorzitter.

De VOORZITTER: De heer Haasnoot. De heer HAASNOOT (50PLUS): Er worden hier steeds apen en beren naar voren gebracht. Is het niet zo dat elke gemeente 130% van zijn opgave mag bouwen? Dan is er toch geen enkel probleem. De heer VAN DE BREEVAART (ChristenUnie en SGP): Dat is iets wat u zegt. Het feit wil dat, als deze recreatiewoningen permanent bewoond zouden gaan worden, die woningen worden nu al bewoond, natuurlijk staan deze mensen ook ingeschreven als woningzoekenden, maar het feit wil dat die woningen nu al permanent bewoond worden, die 70% (want dat is een regel). Als gevolg daarvan mogen er dus zeventig woningen minder gebouwd worden, terwijl het geen woningen zijn die leeg staan. Er worden dus echt zeventig woningen afgetrokken van de nog te bouwen woningen. Die 130% is om uitval te voorkomen, tenminste, om uitval op te lossen. Uiteindelijk mag er 100% gebouwd worden. Maar dat betekent dat er nu 95% gebouwd mag worden, omdat die zeventig woningen eraf worden getrokken. En daar zit onze zorg. De VOORZITTER: Ik hoor procenten en woningen door elkaar. Klopt dat? De heer HAASNOOT (50PLUS): Ja, voorzitter, de spreker gaat behendig om de hete aardappel heen draaien. Dat gedoog ik deze keer. Dank u wel. De heer VAN DE BREEVAART (ChristenUnie en SGP): Fijn, dan houden wij toch het gedogen nog in stand.

……………………….

De VOORZITTER: De heer Haasnoot. De heer HAASNOOT (50PLUS): Ik heb toch een verhelderende vraag, want ik zit hier natuurlijk nog niet zo heel lang als Statenlid. Ik weet niet of ik het helemaal goed begrepen heb. De VOORZITTER: U bent toch geen beginneling meer, hoor, mijnheer Haasnoot. De heer HAASNOOT (50PLUS): Laat ik geen valse bescheidenheid tonen. Even ter zake. Het punt is dat wij in Nederland een democratisch systeem hebben en dat wij ruimtelijke ordening heel goed geregeld hebben. Dat weet u beter dan ik. Het is een beetje raar om nu te zeggen dat wij maar niet willen besluiten, omdat wij bang zijn dat het democratische systeem straks een heel ander besluit zal nemen. Dat gaat allemaal volgens de regels, voorzitter, heb ik begrepen. Daar zijn instrumenten voor: woonvisies, ruimtelijke plannen en hoe het allemaal ook mag heten, want het verandert elke week. Het is helemaal dichtgetimmerd. Als er straks iets anders besloten wordt, dan zijn daar redenen voor en dan wordt dat gewoon democratisch besloten. Dus, houd nu eens op met die apen en beren op te roepen. Ik denk dat u bang bent om zich aan koud water te branden. Of zie ik het verkeerd? Gedeputeerde KONING: Ik weet niet of u het verkeerd ziet, mijnheer Haasnoot. Dat zou ik niet van u willen zeggen. Wat ik helder probeer te maken, is dat de toekomst wel eens andere keuzes kan maken dan vandaag. U hebt gelijk, dat u en ik ervan uitgaan dat er dan nog steeds een democratisch proces aan ten grondslag ligt. Maar er zijn fracties die, omdat zij denken dat de toekomst misschien iets anders gaat doen, nu een andere keuze maken dan de 50PLUS-fractie. Ja, daarvoor zijn er verschillende fracties en dat mag natuurlijk. De heer HAASNOOT (50PLUS): Precies, voorzitter, dat is gewoon democratie. Ik heb daar vandaag vertrouwen in. Dank u wel. Gedeputeerde KONING: Ik denk niet dat er hier sprekers zijn geweest die hebben uitgesproken dat zij geen vertrouwen hebben in de democratie. Laten wij dat elkaar niet aanwrijven.

…………………………..

De VOORZITTER: De heer Haasnoot (50PLUS). De heer HAASNOOT (50PLUS): Als er geen gelegenheid is voor een tweede termijn, dan wil ik proberen om vanaf deze plaats nog iets verstandigs te roepen. De VOORZITTER: Dat had ik net willen vragen of er behoefte is aan een tweede termijn. Die is er bij u, dus dan geef ik u het woord in tweede termijn. En ook aan de heer Çelik. Er melden zich ook nog anderen, dus dan komen wij toch nog die twee uur door. Heel goed. De heer Haasnoot in tweede termijn, maar uw spreektijd is wel op, dus het moet wel heel erg kort. De heer HAASNOOT (50PLUS): Geen angst, voorzitter, want ik sta al in de beknopte modus die u van mij gewend bent. De VOORZITTER: Nou, dat valt mee, want dan had u tijd over gehouden voor uw tweede termijn. De heer HAASNOOT (50PLUS): Ja, maar een beetje sjoemelen is mij niet vreemd. De VOORZITTER: Nou, dan word ik streng. Ga uw gang. De heer HAASNOOT (50PLUS): Dit gaat allemaal weer tijd kosten en dat is uw schuld, voorzitter. Ter zake maar weer. Ik heb gepleit voor slagvaardig, wendbaar beleid, ook al zijn wij soms een oubollige partij genoemd. Ik heb gepleit voor veranderbereidheid en dan is het heel grappig om te zien dat sommige fracties, die zichzelf progressief achten, een zuiver conservatief standpunt innemen. Er mag nu en zelfs in de toekomst niets veranderen. Dat was een waarneming die ik leuk vond om even te noemen. Dan kom ik op mijn punt. Angst is een slechte raadgever, voorzitter. Elke dag beter is dus kansen benutten, rommel opruimen en achterstallig beleidsonderhoud doen. Daarvoor heb je capaciteit nodig. Wat mij betreft kwam nu de aap uit de mouw bij de gedeputeerde; er is te weinig capaciteit. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat wij in onze mogelijkheden beperkt worden als provincie, doordat wij de ambtenaren verkeerd gesorteerd hebben. U moet als college natuurlijk elke dag permanent de formatie kwalitatief en kwantitatief aanpassen aan de opgaven die er liggen in de samenleving. Dat hoeft niet altijd uitbreiding van het personeelsapparaat te betekenen, dat kan ook betekenen dat u mensen omschoolt en intern verschuift. U weet al welke afdeling u dan als eerste naar voren brengt, dat is de afdeling Communicatie. Die mensen kunnen heel gemakkelijk omgeschoold worden. Dank u wel.

……….

MOTIE 1032 WORDT ZONDER HOOFDELIJKE STEMMING AANGENOMEN.

Dan breng ik in stemming motie 1033. Wie is daartegen? Alle fracties zijn tegen, behalve de leden van de fracties van PVV, 50PLUS, Groep JA21, Groep GO en FvD. Die motie is verworpen. MOTIE 1033 WORDT ZONDER HOOFDELIJKE STEMMING VERWORPEN.

……….