Notulen van de vergadering van 10 november 2021 in de Statenzaal The Hague Conference Centre New Babylon.
(Geopend om 10.00 uur)
Voorzitter: de heer J. Smit
Griffier: de heer B.S.M. Sepers
OPENING
De VOORZITTER: Ik open de vergadering. Welkom, Dames en heren.
————–
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de heer Bakx (50PLUS).
De heer BAKX (50PLUS): De fractie van 50PLUS is een beetje in verwarring over de financiële situatie van onze provincie. Het is geen geheim dat het schuiven met reserves, zoals de algemene reserve, bestemmingsreserve, egalisatiereserve enzovoorts, het lezen van de begroting erg lastig maakt. Uiteindelijk ontstaat na al dat geschuif een woord als vrije ruimte. Als een wat ouder Statenlid kan ik mijzelf niet helemaal vrij maken van de opvatting, dat uitgaven in verhouding moeten zijn met de inkomsten. Al vaker heb ik het gehad over ambities en ratio, maar hoe houden wij onze ambities in toom met de middelen die beschikbaar zijn. Kan de gedeputeerde aangeven wat nu in werkelijkheid de financiële positie van onze provincie is …
De VOORZITTER: Een moment mijnheer Bakx. Ik vraag even of iedereen de politeness wil opbrengen om of de zaal te verlaten om iets te bespreken of op hun plek te gaan zitten en te luisteren naar de heer Bakx.
De heer BAKX (50PLUS): Dank u, voorzitter. Wij maken ons met name zorgen over de weerbaarheid van de organisatie. Wij hebben net de discussie gehoord over het verschuiven van het budget van 20 miljoen euro; dat is daar een voorbeeld van. Wij blijven uiteraard bij ons standpunt dat het provinciebestuur zich niet zou moeten beperken tot de fysieke omgeving en onderwerpen als het vestigingsklimaat voor bedrijven. Dat is allemaal heel belangrijk, maar wij vinden het jammer dat de provincie nog steeds onvoldoende bemoeienis heeft met de sociaalmaatschappelijke werkelijkheid. 50PLUS staat voor politiek met een menselijk gezicht. Wij moeten ook een coherente visie durven uitdragen en sturing durven te geven aan onze leefomgeving. Dat is ook de opdracht die de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit ons heeft meegegeven.
Politiek is het maken van keuzes. Keuzes voor onze inwoners, zodat zij fijn en betaalbaar kunnen wonen in een veilige en vertrouwde provincie. Wij zouden breder moeten kijken dan alleen welvaart en meer aandacht moeten geven aan welzijn bij onze overwegingen. Wij leven nu in een lastige tijd, waarbij naar de mening van de fractie van 50PLUS de menselijke maat een meer, een grotere prioriteit moet krijgen. Ons beleid wordt te veel bepaald door cijfermatige beschouwingen met te weinig oog voor de inwoners van de provincie. Een mooi voorbeeld is de stand van zaken bij de Jeugdzorg in een groot aantal gemeenten. Het is en blijft voor ons onbegrijpelijk dat de provincie geen of te weinig bemoeienis heeft met zaken als zorg en andere Wmo-gerelateerde onderwerpen. Ik weet het, ik heb het dik omlijnd en onderstreept in mijn betoog: “Mijnheer Bakx, voor de zoveelste keer. De provincie gaat hier niet over. Het is een gemeentelijke taak.” Ja, voorzitter, dat begrijp ik. Toch wil ik onze gedeputeerde vragen om hiervoor aandacht te vragen in het overleg met de betreffende bewindslieden in Den Haag. En ik roep de gedeputeerde op om toch de positie van onze provincie mee te nemen, met name de regie- en de monitoringsfunctie, in dit soort ontwikkelingen. De provincie moet echt de regie krijgen op deze belangrijke taak en de uitvoering aan de gemeenten overlaten. Dat begrijp ik. De afstand tussen Den Haag en de lokale bestuurslaag is veel te groot.
De VOORZITTER: De heer Hoogland (VVD).
De heer HOOGLAND (VVD): Ik begrijp de positie die de heer Bakx inneemt, maar dan geldt altijd meteen de retorische vraag of hij dat omgekeerd ook vindt. Vindt hij dat de gemeenten zich actief mogen bemoeien met de dingen, waarover de provincie gaat?
De heer BAKX (50PLUS): Zeker. Ik denk dat je door samen te werken en naar elkaar te luisteren verder komt, dan dat je het alleen doet.
De heer HOOGLAND (VVD): Ik heb het niet over samenwerken, ik heb het over zich er echt mee bemoeien. Dat is wat u voorstelt. U wilt ingrijpen in een gemeentelijk proces. En dan is de retorische vraag of u vindt dat gemeenten ook mogen ingrijpen in een provinciaal proces. Als u ‘nee’ zegt, dan zijn wij het met elkaar eens.
De heer BAKX (50PLUS): Ik vind het toch heel vervelend dat het mij nog steeds niet gelukt is om duidelijk te maken, dat het niet onze intentie is om in te grijpen in processen bij de gemeenten. Zij hebben eigen bevoegdheden en zij doen wat ze moeten doen. Maar u hebt toch ook gezien bij de decentralisatie van 2015 die geland zijn bij de gemeenten, dat de ene na de andere gemeente in de problemen komt. Ik heb in die periode een initiatiefvoorstel namens 50PLUS ingediend om dat te monitoren. Dat hebben mijn collega’s toen niet aangenomen. Ik wil de gemeente niet betuttelen en ik wil ook niet op de stoel van de gemeente gaan zitten, maar ik wil weten wat de gevolgen zijn van het rijksbeleid op lokaal niveau. Ik vind dat wij als provincie daarin een taak zouden moeten hebben. Die hebben wij nu niet. Dat is wat ik zeg.
De VOORZITTER: Gaat u verder.
De heer BAKX (50PLUS): Al eerder heb ik mijn collega’s gevraagd of het wenselijk is dat er een actueel delegatieregister komt, zodat wij weten wat en hoe bepaalde taken van Provinciale Staten naar Gedeputeerde Staten zijn gedelegeerd. Achter de schermen heb ik begrepen, dat daarvoor in de organisatie aandacht is. Ik wil toch nog even hier in de zaal memoreren, dat ik het een rare zaak vind dat wij op dit moment niet in staat zijn om een actueel register met gedelegeerde bevoegdheden van Provinciale Staten naar Gedeputeerde Staten te produceren. Ik zou graag een kleine commissie oprichten om daarnaar te kijken en ervoor te zorgen dat er in ieder geval een actueel delegatieregister komt. Dus mijn vraag aan mijn collega’s is wie er interesse heeft om mij daarbij te helpen.
De VOORZITTER: Mevrouw Oosterop-van Leussen (D66).
Mevrouw OOSTEROP-VAN LEUSSEN (D66): Ik zou de heer Bakx willen vragen of het wel een taak voor Provinciale Staten is om een commissie te vormen om zich daarover te buigen. Is het niet veel logischer om Gedeputeerde Staten te vragen dat overzicht te maken?
De heer BAKX (50PLUS): Die vraag had ik verwacht, maar ik kreeg gelijk te horen: “Mijnheer Bakx, u gaat toch niet aan Gedeputeerde Staten vragen wat Provinciale Staten gedelegeerd hebben. Dat is uw verantwoordelijkheid als Staten” Het is niet de verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten, maar onze verantwoordelijkheid. Wij moeten een actueel register hebben van wat wij gedelegeerd hebben. Die vraag heb ik ook gelijk gesteld aan de organisatie gesteld, maar toen kreeg ik van de juristen te horen dat ik het met de Staten moest bespreken. Vandaar dat ik het nu hier bij mijn collega’s neerleg met de vraag of het verstandig is om dat te doen.
Mevrouw VAN VIEGEN (Partij voor de Dieren): Ik heb dat een half jaar geleden al een keer gevraagd en toen kreeg ik als antwoord, dat men daar al mee bezig was en dat wij dat zouden krijgen. Misschien kunnen Gedeputeerde Staten daarop een antwoord geven. Ik vind het eigenlijk wel triest dat daarvoor een motie ingediend zou moeten worden. Ik hoop dat Gedeputeerde Staten kunnen toezeggen, dat wij dit overzicht krijgen.
De heer BAKX (50PLUS): Ik heb zojuist gehoord dat er een brief bij de stukken staat over dit onderwerp. Ik moet die brief nog lezen. Ik wacht de reactie van Gedeputeerde Staten af. Als er inderdaad beweging is en het gaat gebeuren, dan neem ik de motie natuurlijk terug.
De VOORZITTER: De heer Hoogland (VVD).
De heer HOOGLAND (VVD): Als ik het goed begrijp, dan vraagt de heer Bakx vraagt of wij als Provinciale Staten een commissie willen samenstellen om dit onderwerp verder uit te werken. Dat is toch de vraag die voorligt?
De heer BAKX (50PLUS): Ik zit niet op een commissie te wachten, want ik ben niet zo’n voorstander van commissies en werkgroepjes. Ik voelde mij een beetje alleen staan, omdat ik geen gehoor kreeg. De griffie zegt geen menskracht te hebben om dat uit te zoeken. Gedeputeerde Staten zeggen dat het de bevoegdheid van de Staten is en toen bleef het maar hangen. Daarom breng ik het op dit moment onder uw aandacht. Ik zit echt niet te wachten op een werkgroep.
De VOORZITTER: Mevrouw Oosterop-van Leussen (D66).
Mevrouw OOSTEROP-VAN LEUSSEN (D66): Ik heb even wat meer woorden nodig, als u mij toestaat, om mijn vraag aan de heer Bakx te kunnen stellen. Volgens mij gaat zo’n referendumverordening gaat volgens mij over participatie. D66 is daar een enorm groot voorstander van.
De heer HOOGLAND (VVD): Ik begrijp toch uit de reactie van de heer Bakx dat hij de bal bij de Staten legt, ook al zegt hij dat hij geen commissie of werkgroep nodig heeft. Dan vraag ik mij af waarom 50PLUS dit niet opgebracht heeft in de commissie BMM, want dan zou het meteen ter tafel kunnen komen, daar kunnen de politieke partijen er iets van vinden, daar kunnen zij samen bespreken hoe zij ermee om willen gaan en hoe dit getackeld kan worden, los van de brief van Gedeputeerde Staten.
De heer BAKX (50PLUS): Ik denk dat het ook in de commissie BMM moet gebeuren. Wat ik nu heb gedaan, is een soort wake-up call, waarbij ik tegen mijn collega’s heb gezegd dat zij zich moeten realiseren dat wij niet zo’n register hebben. Als de juiste weg is dat wij er eerst in de commissie BMM over spreken na de brief van Gedeputeerde Staten, dan vind ik dat prima, zolang er maar iets gebeurt.
De VOORZITTER: Mevrouw Van Viegen (Partij voor de Dieren).
Mevrouw VAN VIEGEN (Partij voor de Dieren): Volgens mij heb ik die vraag bij de kadernota dit voorjaar gesteld. Toen is dat toegezegd. Ik neem aan dat Gedeputeerde Staten met een overzicht komen zonder dat er een commissie wordt ingesteld.
De heer BAKX (50PLUS): Ik denk dat het verstandig is om even de reactie van Gedeputeerde Staten af te wachten. Ik heb begrepen dat er inmiddels een schrijven is, waarin een en ander uitgelegd wordt. Ik wil het wel even onder de aandacht houden bij mijn collega’s hier in deze zaal.
De VOORZITTER: Mag ik het als voorzitter even samenvatten. Er is behoefte aan een overzicht van wat u als Staten gedelegeerd heeft aan Gedeputeerde Staten en dat de vraag is wie daarvoor verantwoordelijk is, ook speelt, maar dat het er moet komen. U vraagt steun bij het inventariseren, wie dat ook doet. Mag ik het zo samenvatten?
De heer BAKX (50PLUS): Dat is goed samengevat.
De VOORZITTER: Dan houden wij het hierbij.
_________________________________________
De heer BAKX (50PLUS): Ik zal het kopje wonen nu behandelen. Het behoeft geen nader betoog dat wonen voor onze inwoners een allereerste levensbehoefte is. De huidige, ernstige woningnood bedreigt de mensen, en met name de ouderen in Zuid-Holland, ernstig in hun welzijn en geluk. Het bevorderen van doorstroming van ouderen naar passende woningen, al dan niet met zorgondersteuning, kan een oplossing zijn om het grote woningtekort te beïnvloeden. Wij zien ook in de Tweede Kamer op dit moment grote discussies over dit soort onderwerpen tot aan de makelaarsverenging aan toe. Ik denk dat wij daarmee als provincie ook iets moeten doen. Wij hebben met genoegen geconstateerd dat het onderwerp ouderenhuisvesting in deze Statenperiode op de kaart is en dat Statenbreed de urgentie daarvan wordt ingezien. Wie voor ouderen bouwt, bouwt in feite voor iedereen. En daarom vinden wij dat er in deze Statenperiode niet alleen aandacht moet zijn voor de aantallen te bouwen woningen in onze provincie en voor de betaalbaarheid daarvan, maar ook voor de typologie van de te bouwen woningen c.q. aandacht voor specifieke doelgroepen, zoals ouderen, jongeren, starters en hun woonwensen moeten onderdeel zijn van ons sturend provinciaal ondersteunend beleid. Wij kunnen als provincie een belangrijke en faciliterende rol spelen in het op gang brengen van de noodzakelijke impuls voor de realisatie van voldoende passende woningen in onze provincie. Het is, mede gezien de grote vergrijzing in onze provincie, van elementair belang dat, naast het bouwen van de noodzakelijke woningen voor ouderen, er ook een adequaat zorgaanbod mogelijk is om te voorzien in de noodzakelijke ondersteuning. Het is vreemd dat wij in 2015 een aantal decentralisaties doorvoeren, waarbij wij mensen dicht bij huis willen compenseren, zoals dat heet in de wet, maar dat het voorzieningenniveau wordt uitgekleed. Wij krijgen van vijf naar vier naar drie naar twee ziekenhuizen. Het is echt een punt van aandacht. Je kunt wel mensen thuis laten wonen, maar dan moeten zij ook de voorzieningen krijgen die zij nodig hebben. Daarom willen wij in tweede termijn een motie indienen voor ouderenhuisvesting met zorg.
De energietransitie. De ontwikkeling van de energietransitie staat op dit moment volop in de belangstelling. Het heeft daarom geen zin om in dit verband uitgebreid tot in detail daarop in te gaan. Maar de fractie van 50PLUS maakt zich wel ernstige zorgen over de gevolgen van de te nemen maatregelen voor de mensen die minder draagkrachtig zijn en die absoluut niet in staat zijn om de bijdrage te leveren die van hen gevraagd wordt. Daarom dienen wij samen met de SP een motie in om Gedeputeerde Staten te vragen deze groep mensen te ondersteunen bij de uitvoering van de gevraagde aanpassingen.
Daarnaast komen wij met een motie om een integraal plan van aanpak te maken over hoe wij als provincie energiearmoede kunnen bestrijden. Onder betaalbaar wonen valt ook dat mensen geld hebben om hun huis te verwarmen. Vorig jaar is hierover al in de Staten gesproken en in april 2021 nog gepubliceerd in TNO-rapporten over energiearmoede in onze provincie. De energiearmoede is echt achter de voordeur aanwezig en daar moeten wij echt iets aan doen. Gelukkig zijn mijn collega’s van andere partijen daar ook van overtuigd. Daar ben ik blij mee.
Het is geen geheim dat de betrokkenheid van de inwoners bij het politiek proces sterk onder druk staat. De cijfers zijn dalende en in het verleden is er een initiatiefvoorstel geweest van de PVV om een referendumverordening in te stellen bij de provincie. De fractie van 50PLUS is van mening dat iedere, zichzelf respecterende provincie een referendumverordening zou moeten hebben, waarbij met name de inwoners de kans krijgen om te zeggen wat zij vinden en wat naar hun mening belangrijk is voor hun woon-, werk- en leefomgeving.
Niet voor niets hebben een tijd geleden een initiatiefvoorstel tot het instellen van een jongerenraad gedaan. Wij vinden als fractie participatie nog veel meer dan een referendumverordening. Je bent er niet met een referendum. Participatie, daar begin je mee helemaal aan het begin van de plannenmakerij. Mijn vraag is dan of de heer Bakx bereid zou zijn om de motie aan te passen, zodat wij met elkaar als Staten veel breder kunnen kijken naar het onderwerp participatie, inclusief zo’n referendumverordening.
De VOORZITTER: De heer Bakx (50PLUS).
De heer BAKX (50PLUS): Een goed plan, mevrouw Oosterop-van Leussen. Dat wil ik zeker doen. Waar het ons om gaat, is dat wij vinden dat wij een signaal moeten afgeven, juist bij een teruglopende belangstelling voor de politiek. Participatie is natuurlijk een begrip dat wij heel veel horen op dit moment, maar het gaat ons erom dat mensen betrokken zijn en blijven bij wat er in hun omgeving gebeurt. Ik ben graag bereid tot een aanpassing.
Mevrouw OOSTEROP-VAN LEUSSEN (D66): En gaat u dan uw motie aanpassen?
De heer BAKX (50PLUS): Ik pas die motie aan. Desnoods trek ik hem terug en kom ik met een andere motie, als dat vanmiddag niet lukt. Ik hoor uw woorden en ik ben het ermee eens. Dus wij gaan de motie aanpassen.
Tot slot. Alle goede beleidsvoornemens zijn afhankelijk van de beschikbaarheid van middelen om ze tot uitvoering te brengen. En dan denkt onze fractie niet alleen aan geld, maar ook aan mensen. De fractie van 50PLUS constateert een zorgelijke ontwikkeling, waarbij in de toekomst de mogelijkheden voor de uitvoering van nieuw beleid onder druk kan komen te staan. Wij zijn daarom van mening dat het misschien een goede zaak is om nog eens goed in de eigen organisatie te kijken en die in balans te brengen voor wat betreft de prioriteiten die wij gaan stellen voor de komende jaren bij de uitvoering van het beleid. Dat hoeft wat ons betreft niet altijd te leiden tot uitbreiding van de personeelsformatie of, zoals ze het hier noemen, de apparaatskosten. Het zou ook aanleiding kunnen zijn om te schuiven met deelformaties binnen het bestaande personeelsbestand. Hoe kunnen wij de opgaven in de toekomst op een verantwoorde en goede manier uitvoeren met de middelen die wij hebben. Wij zouden graag zien dat de overhead nadrukkelijk in de beschouwing wordt betrokken. Wij vermoeden dat het heel goed mogelijk is om een besparing te bereiken en een deel van deze overhead voor de formatie te benutten voor het uitvoeren van het primaire proces en mogelijk nieuw beleid voor de toekomst. Immers, een toekomstbestendige provincie vraagt om een daadkrachtige organisatie om de uitdagingen van onze tijd aan te kunnen. En 50PLUS wil daaraan op een constructieve wijze een bijdrage leveren. Tot zover, voorzitter. Dank u wel.
Motie 1061/7410 van de leden Bakx en Haasnoot over zorgcomponent bij seniorenwoningen.
Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 10 november 2021;
Constaterende dat:
- De voortdurende vergrijzing en de tendens naar meer eenpersoonshuishoudens resulteert in een sterk toenemende vraag naar allerlei vormen van seniorenhuisvesting voor uiteenlopende doelgroepen;
- Dit onderwerp inmiddels is opgenomen op de Lange Termijn Agenda van Provinciale Staten en hiermee aldus bestuurlijke aandacht krijgt;
- GS in haar brief aan PS d.d. 12 oktober 2021 constateert dat er lacunes zijn op het gebied van kennis en informatie betreffende aard en omvang van de (toekomstige) behoefte;
Overwegende dat:
- Het in het kader van provinciale beleidsvorming met een integraal karakter onvoldoende is om alleen zicht te hebben op de (toekomstige) behoefte aan woonruimte voor ouderen;
- Het daarnaast tevens noodzakelijk is om in het kader van het ontwikkelen van een compleet beeld van wat er maatschappelijk nodig is kennis en informatie te verzamelen ten aanzien van de toekomstige behoefte aan aanpalende zorg en ondersteuning om het zelfstandig wonen zo lang mogelijk te kunnen faciliteren;
Verzoeken het college:
- Om in samenhang met het in 2022 voorgenomen woonbehoefteonderzoek tevens onderzoek te (laten) verrichten naar de verwachte vraag naar zorg- en andere vormen van ondersteuning die noodzakelijk zijn om het zelfstandig kunnen wonen van zoveel mogelijk ouderen daadwerkelijk mogelijk te maken;
- Daarbij tevens te betrekken de behoefte aan intramurale voorzieningen, bijvoorbeeld voor de doelgroep van dementerenden die naar verwachting sterk zal groeien in de toekomst;
en gaan over tot de orde van de dag!
INGEDIEND ZIJN
Motie 1059/7410 van het lid Bakx over delegatieregister
Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 10 november 2021;
Constaterende dat:
- Er momenteel geen delegatieregister is waarin opgenomen is welke bevoegdheden PS aan het college hebben gedelegeerd;
Overwegende dat:
- Het wenselijk is dat er een delegatieregister komt zodat duidelijk is wie waar over gaat;
- Een delegatieregister zou aansluiten op de wens om een goede werkverhouding tussen PS en het college te waarborgen;
- Een delegatieregister aansluit bij de actuele discussie over macht en tegenmacht, waarin de volksvertegenwoordiging zelfbewust haar rol moet opeisen;
Verzoeken Provinciale Staten:
- Een begeleidingsgroep van Statenleden te vormen die een delegatieregister gaan opstellen, en daarbij ondersteuning krijgen van Gedeputeerde Staten;
En gaan over tot de orde van de dag!
Motie 1062/7410 van de leden Weide, Hoogland, De Jager, De Haan, Çelik, Bedijn, Van der Hoeven, Sandmann en Bakx over hybride vergaderen en hybride stemmingen
Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen ter behandeling van bovenvermeld onderwerp;
Constaterende dat:
- er een corona pandemie is en dat er maatregelen zijn vanuit de rijksoverheid om de gevolgen daarvan te mitigeren.
- het van belang is dat Statenleden hun democratische plicht kunnen uitoefenen en aanwezig kunnen zijn bij Statenvergaderingen;
- Statenleden tegelijkertijd zorgvuldig moeten omgaan met de corona-regels en bijvoorbeeld bij verkoudheid thuis blijven om verdere verspreiding van het corona virus zo veel mogelijk tegen te gaan.
Overwegende dat:
- dat het op dit moment niet mogelijk is om hybride te vergaderen en te stemmen
Roepen het college op / Dragen het college op:
- aan Kring CdK’s, de vereniging van Griffiers en de Vereniging van Statenleden te verzoeken om met de minister van BZK in gesprek te gaan om hybride vergaderingen en stemmingen mogelijk te maken.
en gaan over tot de orde van de dag!
Motie 1060/7410 (aangehouden) van de leden Bakx en De Vree over referendumverordening
Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 10 november 2021;
Constaterende dat:
- Politiek wantrouwen de laatste tijd drastisch is toegenomen.’
- Ongeveer de helft van onze burgers vraagt om meer invloed op de politieke besluitvorming in de provincie.
- Uit politicologisch onderzoek blijkt dat referenda een waardevolle aanvulling kunnen vormen op de representatieve democratie.
- Het mogelijk is als provincie een referendumverordening in stellen
- De provincie Zuid-Holland in tegenstelling tot sommige andere provincies, zoals Noord-Holland, op dit moment geen referendumverordening kent
Overwegende dat:
- Het wenselijk is dat burgers meer inspraak krijgen.
- Het referendum politici dwingt na te denken of het beleid dat ze voorstaan wel voldoende steun heeft onder de bevolking
- Het referendum een waardevolle stimulans biedt om burgers te betrekken bij de politiek
- Een raadgevend referendum bijdraagt aan de legitimiteit en daarmee ook acceptatie van politieke besluiten.
Verzoeken het college:
- Voor het zomerreces van 2022 met een voorstel tot een referendumverordening naar de Provinciale Staten te komen;
En gaan over tot de orde van de dag!
Motie 1061/7410 van de leden Bakx en Haasnoot over zorgcomponent bij seniorenwoningen
Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 10 november 2021;
Constaterende dat:
De voortdurende vergrijzing en de tendens naar meer eenpersoonshuishoudens resulteert in een sterk toenemende vraag naar allerlei vormen van seniorenhuisvesting voor uiteenlopende doelgroepen;
Dit onderwerp inmiddels is opgenomen op de Lange Termijn Agenda van Provinciale Staten en hiermee aldus bestuurlijke aandacht krijgt;
GS in haar brief aan PS d.d. 12 oktober 2021 constateert dat er lacunes zijn op het gebied van kennis en informatie betreffende aard en omvang van de (toekomstige) behoefte;
Overwegende dat:
Het in het kader van provinciale beleidsvorming met een integraal karakter onvoldoende is om alleen zicht te hebben op de (toekomstige) behoefte aan woonruimte voor ouderen;
Het daarnaast tevens noodzakelijk is om in het kader van het ontwikkelen van een compleet beeld van wat er maatschappelijk nodig is kennis en informatie te verzamelen ten aanzien van de toekomstige behoefte aan aanpalende zorg en ondersteuning om het zelfstandig wonen zo lang mogelijk te kunnen faciliteren;
Verzoeken het college:
- Om in samenhang met het in 2022 voorgenomen woonbehoefteonderzoek tevens onderzoek te (laten) verrichten naar de verwachte vraag naar zorg- en andere vormen van ondersteuning die noodzakelijk zijn om het zelfstandig kunnen wonen van zoveel mogelijk ouderen daadwerkelijk mogelijk te maken;
- Daarbij tevens te betrekken de behoefte aan intramurale voorzieningen, bijvoorbeeld voor de doelgroep van dementerenden die naar verwachting sterk zal groeien in de toekomst.
En gaan over tot de orde van de dag!
VOORZITTER: De heer Bakx (50PLUS).
De heer BAKX (50PLUS): Dank voor de uitleg. Bij deze trekken wij de motie in.
De VOORZITTER: Motie 1061 is ingetrokken.
Amendement 706 over restauratie rijksmonumenten anders financieren. Wie is daarvoor? Voor zijn de leden van de fracties van D66, Groep Van Rijnberk, SP, Partij voor de Dieren, DENK, PVV, Groep JA21, FvD, 50PLUS en Groep GO.
De heer HOOGLAND (VVD): Een punt van orde. Bij de oppositie zijn drie mensen weg en bij de coalitie zijn drie mensen weg. Ik wil graag goed geteld hebben.
De VOORZITTER: Er zijn vijf mensen weg. Ik ga nog een keer vingers tellen. Wie ervoor? Vierentwintig stemmen voor. Wie is ertegen? Ook vierentwintig stemmen. Er zijn vijftig mensen in de zaal. Nog één keer. Wie is voor? Voor zijn de leden van de fracties van D66, Partij voor de Dieren, Groep Van Rijnber, SP, DENK, 50PLUS, PVV, Groep JA21, Groep GO en FvD. Er zijn twee mensen van FvD niet en er is één iemand van de Groep JA21 niet. Dan gaan wij hoofdelijk stemmen. Wij beginnen bij nummer 2:
De heer BAKX (50PLUS): Voor
Mevrouw BEDIJN (PvdA): Tegen
De heer BEUKERING (JA21): Voor
Mevrouw BONNEVITS-DE JONG (VVD): Is er niet
Mevrouw BOUCHTAOUI (VVD): Is er ook niet.
De heer BRAAM (PVV): Voor
De heer BREED. Voor
De heer VAN DE BREEVAART (ChristenUnie en SGP): Tegen
De heer ÇELIK (DENK): Voor
Mevrouw DULFER (PVV): Voor
De heer VAN DIJKEN (VVD): Tegen
De heer DE GROOT (FvD): Voor
De heer DE HAAN (CDA): Is er niet.
De heer HAASNOOT (50PLUS): Voor
De heer VAN HEMERT (VVD): Tegen
De heer HEUVELINK (D66): Voor
Mevrouw HIJINK (PvdA): Tegen
Mevrouw VAN DER HOEVEN (PvdA): Tegen
De heer HOOGENDAM (SP): Voor
Mevrouw HOOGERWERF (Partij voor de Dieren): Voor
De heer HOOGLAND (VVD): Tegen
Mevrouw VAN HUNNIK (GROENLINKS): Tegen
De heer DE JAGER (ChristenUnie en SGP): Tegen
Mevrouw KASBERGEN (GROENLINKS): Tegen
De heer KASTELEIN (CDA): Tegen
De heer KEGEL (GROEP GO): Is er niet.
De heer KLUMPES (GROENLINKS): Tegen
Mevrouw VAN DER LUBBE (VVD): Tegen
De heer LUTMERS (Groep JA21): Voor
De heer VAN MEIJEREN (FvD): Is er niet.
De heer MINDERHOUT (PvdA): Tegen
De heer MOOIMAN (PVV): Voor
Mevrouw NEIJENHUIS (D66): Voor
Mevrouw NELISSE (VVD): Tegen
Mevrouw OOSTEROP-VAN LEUSSEN (D66): Voor
De heer ÖZKAYA (GROENLINKS): Tegen
De heer VAN PAREREN (FvD): Is er niet
Mevrouw PERSENAIRE (Groep GO): Voor
De heer VAN RIJNBERK (GROEP VAN RIJNBERK): Voor
De heer ROGIER (CDA): Tegen
Mevrouw VAN SANDICK-SOPERS (CDA): Tegen
De heer SANDMANN (GROEP JA21): Voor
De heer SCHONEWILLE (ChristenUnie en SGP): Tegen
Mevrouw STEPANYAN (GROENLINKS): Tegen
De heer VERHEIJ (Groep JA21): Voor
Mevrouw VAN VIEGEN (Partij voor de Dieren): Voor
De heer DE VREE (PVV): Voor
De heer VAN WAAIJ (VVD): Tegen
De heer WEBER (GROEP JA21): Voor
De heer WEIDE (VVD): Tegen
Mevrouw WILKESHUIS (D66): Voor
De heer WITTE (ChristenUnie en SGP): Tegen
Mevrouw VAN WOERDEN-KERSSEN (ChristenUnie en SGP): Tegen
De heer ZILVERENTANT (VVD): Tegen
Mevrouw VAN AELST (SP): Voor
Ik tel vierentwintig stemmen voor en vijfentwintig stemmen tegen. Het amendement is verworpen.
AMENDEMENT 708/7410 WORDT ZONDER HOOFDELIJKE STEMMING VERWORPEN.
Motie 1047 over integrale benadering van vraagstukken. Wie is daarvoor? Voor zijn de leden van de fracties van D66, Groep Van Rijnberk, Partij voor de Dieren, DENK, PVV en 50PLUS. Die motie is verworpen.
MOTIE 1047/7410 WORDT ZONDER HOOFDELIJKE STEMMING VERWORPEN.
Motie 1048 over maak democratie toegankelijker. Wie is daarvoor? Voor zijn de leden van de fracties van GroenLinks, D66, PvdA, Groep Van Rijnberk, SP, Partij voor de Dieren, CDA, DENK, 50PLUS, VVD, Groep JA21 en ChristenUnie en SGP. Die motie is aangenomen.
MOTIE 1048/7410 WORDT ZONDER HOOFDELIJKE STEMMING AANGENOMEN.
Motie 1049 over extra geld beschikbaar stellen voor nieuwe treinen MerwedeLingelijn. Daar is het nodig over gezegd. Wie is daarvoor? Voor zijn de leden van de fracties van D66, SP, Groep Van Rijnberk, Partij voor de Dieren, PVV, DENK, 50PLUS en Groep Go. Die motie is verworpen.
MOTIE 1049/7410 WORDT ZONDER HOOFDELIJKE STEMMING VERWORPEN.
Motie 1051 over mobiliteitsmaatregelen Duin- en Bollenstreek. Wie is daarvoor? Voor zijn de leden van de fracties van D66, PvdA, CDA, VVD, 50PLUS, Groep JA21, Groep Go en ChristenUnie en SGP. Die motie is aangenomen.
MOTIE 1051/7410 WORDT ZONDER HOOFDELIJKE STEMMING AANGENOMEN.
Motie 1053 over ondersteuning besparingen achter de voordeur. Wie is daarvoor? Voor zijn de leden van de fractie van D66, SP, Groep Van Rijnberk, DENK, PVV, 50PLUS en Groep Go. Die motie is verworpen,
MOTIE 1053/7410 WORDT ZONDER HOOFDELIJKE STEMMING VERWORPEN.
—————
INGEDIEND IS:
Motie 1045 van het lid Beukering over Zuid-Hollandse Veteranen
De Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen,
Constaterende dat:
- De landelijke Veteranendag dit jaar niet is doorgegaan wegens Corona;
- De Zuid-Hollandse Veteranendag ook niet is doorgegaan dit jaar wegens Corona;
- Vorig jaar de speciale viering van 75 jaar vrijheid niet doorging wegens Corona;
- De ontwikkelingen in Afghanistan veel impact hebben op onze veteranen;
Overwegende dat;
- Veteranen een speciale plek innemen in Zuid-Holland;
- Het belangrijk is veteranen jaarlijks te bedanken voor hun inzet voor onze gezamenlijke vrede en veiligheid;
- Wij graag willen benadrukken dat de inzet van militairen, nu en in het verleden, onze dankbaarheid verdient;
Verzoekt het college van GS
- Om namens de Provinciale Staten en de Zuid-Hollandse gemeenten tezamen met de verscheidende Zuid-Hollandse veteranenstichtingen te gaan onderzoeken of er een blijk van waardering kan worden geschonken aan alle Zuid-Hollandse veteranen;
En gaan over tot de orde van de dag!
De VOORZITTER: Dank u wel. Zijn er leden onder u die willen reageren op deze motie? De heer Rogier (CDA) . Ga uw gang.
De heer ROGIER (CDA): Een buitengewoon sympathieke motie en wij zullen er zeker voor stemmen. Ik kreeg de indruk dat dit een eenmalige actie is om hen te bedanken. Het CDA zou jaarlijks iets terug willen doen, als is het maar een vlag uithangen of iets dergelijks.
De VOORZITTER: Mevrouw Van Hunnik (GroenLinks).
Mevrouw VAN HUNNIK (GROENLINKS): Als ik de motie lees, dan zie ik dat er wordt verzocht om een onderzoek. Over het algemeen kosten onderzoeken veel geld en veel tijd. En ik vraag mij af of dat echt is wat de indiener beoogt.
De VOORZITTER: De heer Hoogland (VVD).
De heer HOOGLAND (VVD): Met mijn verleden kan ik natuurlijk alleen maar heel sympathiek staan ten opzichte van deze motie vreemd aan de orde van de dag. Ik heb wel een beetje dezelfde strekking als de opmerking van GroenLinks. Volgens mij is een onderzoek namelijk niet echt nodig. Als ik goed geïnformeerd ben, dan zit u midden in de veteranenorganisaties en bent u heel nauw bij betrokken bij allerlei veteranenactiviteiten. Dus ik zou hem misschien iets wijzigen en zeggen ga niet onderzoeken maar ga in gesprek met de juiste organisaties om te kijken wat de mogelijkheden zijn voor Zuid-Holland.
De VOORZITTER: De heer Çelik (DENK).
De heer ÇELIK (DENK): Een buitengewoon sympathiek en mooi gebaar.
De VOORZITTER: Dank u wel. Mevrouw Bedijn (PvdA).
Mevrouw BEDIJN (PvdA): Ik wil mij aansluiten bij de woorden van DENK en de VVD.
De VOORZITTER: Mevrouw Oosterop-van Leussen (D66).
Mevrouw OOSTEROP-VAN LEUSSEN (D66): Een sympathieke motie en een mooi gebaar. Doen.
De VOORZITTER: De heer De Jager (ChristenUnie en SGP).
De heer DE JAGER (ChristenUnie en SGP): Volgens mij verdienen veteranen veel aandacht en krijgen zij dat volgens mij ook al heel erg veel, als ik mij goed heb laten informeren. Naar onze mening verandert deze motie dat niet. Wel super sympathiek, maar volgens mij gebeurt er al zo veel dat deze motie naar onze mening niet echt nodig is.
De VOORZITTER: De heer Bakx (50PLUS).
De heer BAKX (50PLUS): Wij zijn voor deze motie. Heel sympathiek. Ik denk dat wij het verplicht zijn aan alle mensen die op missie zijn geweest en terugkomen met allerlei ervaringen.
Voorzitter de heer Smit
De VOORZITTER: Dan sluit ik de beraadslagingen en ga ik over tot besluitvorming. Wie is voor deze motie? Er wordt unaniem voor de motie gestemd.
MOTIE 1045 WORDT MET ALGEMENE STEMMEN AANGENOMEN.
- HAMERSTUKKEN
- Statenvoorstel tot vaststelling Wijzigingsbesluit Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen en Begroting 2022 (7408)
- Statenvoorstel tot vaststelling uitbreiden aandelenkapitaal Regionale Ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter (7411)
- Statenvoorstel Aangenomen en afgehandelde moties (7413)
DEZE VOORSTELLEN WORDEN ZONDER OVERLEG EN ZONDER HOOFDELIJKE STEMMING AANGENOMEN.
- Statenvoorstel vaststelling Bekrachtiging geheimhouding warmtetransportsysteem Zuid-Holland (7414)
Mevrouw HOOGERWERF (Partij voor de Dieren): Onze fractie kan hier niet mee instemmen.
Mevrouw PERSENAIRE (Groep GO): Wij zijn tegen geheimhouding op dit dossier.
De VOORZITTER: Dan is het aangenomen.
DIT VOORSTEL WORDT ZONDER HOOFDELIJKE STEMMING AANGENOMEN.
- NOTULEN STATENVERGADERINGEN 13 OKTOBER 2021
DIT VOORSTEL WORDT ZONDER OVERLEG EN ZONDER HOOFDELIJKE STEMMING AANGENOMEN.
De VOORZITTER: Er zijn geen ingekomen stukken. Daarmee zijn wij bij de sluiting van deze vergadering gekomen. Ik dank u voor deze mooie dag en de inbreng van bijna iedereen. Ik wens u een goede reis naar huis en graag tot de volgende keer. De volgende vergadering vindt plaats op woensdag 15 december 2021, aanvang 10.00 uur. Ik sluit de vergadering (21.20 uur).