Inbreng 50PLUS Staten 2 februari 2022

22 februari 2022

 

Notulen van de vergadering van 2 februari 2022 in de Statenzaal The Haque Conference Centre New Babylon.

Voorzitter: de heer J. Smit

Griffier: de heer F. Kas

OPENING

De VOORZITTER: Welkom allemaal. Wij vergaderen vandaag hybride, zoals u weet. Er zitten dus ook mensen mee te kijken vanuit huis. Fijn dat wij hier zijn. Hanteer wel de coronamaatregelen. Als wij ons gaan verplaatsen, dan doen wij het kapje voor. En als wij gezeten zijn, dan mag het af. En probeer een beetje afstand van elkaar te houden zonder dat het echt ongezellig wordt.

Een volle dag met twee vergaderingen. Aan het eind gaan wij de vergadering sluiten en dan gaan wij meteen weer verder met het digitale gedeelte om allemaal digitaal te kunnen stemmen.

  1. BESPREEKSTUKKEN

 

  1. Statenvoorstel tot instemming maatregelenpakket beter bereikbaar gouwe fase 2 (7429)

 

………

De VOORZITTER:  De heer Bakx (50PLUS).

De heer BAKX (50PLUS): Een omvangrijk dossier; het is altijd een probleem als je in een drukke provincie als Zuid-Holland een weg wilt aanleggen. Wij weten allemaal dat de ruimte beperkt is. De 50PLUS-partij wil graag gaan voor leefbaarheid en de gezondheid van de inwoners. Ondanks dat wij ook vinden dat de provincie bereikbaar moet zijn en dat wij de best bereikbare provincie zouden willen zijn, willen wij nu toch het belang van de inwoners vooropstellen. Het is goed om een goede verbinding te hebben. Het is natuurlijk goed om de economie daarmee te ondersteunen, maar niet ten koste van alles.

Het valt mij in dit dossier op, dat wij nu tegen een financieel probleem aanlopen, doordat de provincie een aantal dingen heeft nagelaten, zoals een vervangingsreserve opbouwen voor bestaande kunstwerken. Had de provincie voor de twee bruggen bij Waddinxveen en Boskoop een goede vervangingsreserve gehad, dan hadden wij nu meer financiële ruimte gehad om het goed te doen voor de inwoners. Want daar ligt de bottleneck, voorzitter. Wij hebben een tekort aan middelen. De wil is aanwezig, ook bij de gedeputeerde, om mensen te ontlasten en de omgeving tegemoet te komen, maar op dit moment ontbreekt de ruimte om het goed te doen.

Wij zeggen dat je beter nu dingen goed kunt doen en de inwoner daarmee tegemoet kunt komen, dan dingen half te doen. Dus ons voorstel is om eens goed te kijken of wij dit plan gefaseerd kunnen uitvoeren, zodat wij later kunnen zeggen dat wij het goed gedaan hebben en dat de inwoners er blij mee zijn en wij ook.

Wat betreft de varianten is de Bodegravenboog al genoemd. Dat is denk ik een rijksprobleem en ook een financieringsprobleem. Daar haak ik gelijk bij aan; zou het niet zo kunnen zijn dat de verbinding die wij willen gaan aanleggen, want dat is het min of meer, ook misschien een bovenregionaal gaat krijgen en misschien het Rijk wat meer zou kunnen bewegen om de provincie tegemoet te komen, omdat de leefbaarheid en de gezondheid van de inwoners recht te doen.

Ik begrijp echt niet waarom wij, waar nu bruggen liggen, niet inzetten op een aquaduct bij Waddinxveen en Boskoop. Bruggen zijn obstipatie voor onze drukbezette regio. Ik pleit ervoor, geen bruggen aanleggen, maar aquaducten. Liever een aquaduct aanleggen en wachten met een tweede of wachten met een ander aquaduct dan nu weer een brug aanleggen, want, voorzitter, het is toch ook zo dat wij zeggen dat vervoer over water belangrijk is voor onze provincie, met name het containervervoer. Hoe gaan wij dat doen, als je steeds meer bruggen aanlegt die opengaan, omdat er weer een boot voorbijkomt met een zeilmast omhoog, waardoor de brug open moet, waardoor je op een gegeven moment allemaal staat te wachten, ook het vrachtverkeer. Laten wij verstandig zijn. Laten wij naar de toekomst kijken en laten wij stoppen met het aanleggen van bruggen in onze drukbezette provincie. Leg in plaats daarvan aquaducten aan. Als wij een goede vervangingsreserve hadden gehad, dan had gedeputeerde niet tegen mij gezegd: nou mijnheer Bakx, u hebt leuke plannen, maar hoe gaat u dat betalen? Dan had ik gezegd: nou mijnheer de gedeputeerde, wij hebben 40 miljoen euro in de reserve staan voor de vervanging van die brug bij Boskoop. Als u dat nu aftrekt van het aquaduct, dan kost die maar 20 miljoen euro. Zo kijk ik ernaar. Want, als je afschrijft op iets, moet je ook reserveren. Dat is de boodschap die ik hier zou willen aangeven.

Hazerswoudedorp. Ik ben daar een paar keer geweest en ik begrijp echt niet dat wij niet inzien dat die mensen daar niet belast moeten worden met een weg door het dorp heen. Dan mogen wij niet laten gebeuren. Wij moeten echt een weg aanleggen, misschien verdiept, maar het liefst door een tunnel. Dat kost geld, dat begrijp ik, maar wij kunnen deze mensen niet belasten met een weg die zo veel overlast geeft en die de leefbaarheid en de gezondheid van de mensen aantast.

Tot slot. Onze fractie ziet nog niet dat wij naar fase 3 kunnen. Onze fractie wil op dit moment nog even bij fase 2 blijven. Wij vinden dat er diepgaander onderzoek moet plaatsvinden. Ik zou ten eerste aan de gedeputeerde willen vragen of hij bij de rijksoverheid zou willen informeren of er meer middelen beschikbaar zijn voor deze weg en ten tweede wat de consequenties zijn van het aanleggen van nieuwe bruggen ten opzichte van het economisch perspectief. En dan heb ik het ook over doorvaren van het vrachtverkeer over water. Is dat ook doorgerekend? Kan dat ook meegenomen worden in een uiteindelijke bepaling van wat wij kunnen doen om hiervoor een goede oplossing te vinden.

De fractie van 50PLUS is niet tegen infrastructuur, zeker niet, maar voor ons is belangrijk dat de inwoners er zo min mogelijk last van krijgen. Ik hoop dat wij daaraan met zijn allen iets gaan doen. Tot zover. Dank u wel.

De VOORZITTER: Dan zijn wij gekomen aan het einde van de eerste termijn. Is er behoefte aan een tweede termijn? Ik ga het lijstje af. Mevrouw Van Viegen? Nee. De heer Minderhout? Nee. De heer Bakx. Kort, dat zijn wij van u gewend.

De heer BAKX (50PLUS): Bedankt voor de beantwoording. Ik heb nog een vraag aan de gedeputeerde. Even ter lering voor de toekomst. Is de gedeputeerde het met mij eens dat, als er een vervangingsreserve was geweest, het significante verschil tussen een aquaduct en een brug beter te overbruggen was geweest? Mijn tweede vraag is in hoeverre de gedeputeerde denkt dat dit project in de toekomst gefaseerd uitgevoerd kan worden. Zouden wij iets goed kunnen doen, iets later, door dit project in fases te realiseren om aan de inwoners tegemoet te komen. Dit waren mijn vragen. Dank u wel.

De VOORZITTER: Dank u wel. Ik kijk naar de heer Haasnoot (50PLUS).

 

De heer HAASNOOT (50PLUS): Het onderwerp dat ter besluitvorming voorligt, omvat misschien wel het belangrijkste onderdeel van ons provinciale takenpakket. Het nodigt aldus uit tot een lange beschouwing met allerlei wijsheden vanuit onze fractie. Toch zullen wij proberen om de verleiding te weerstaan. Dat heeft gedeeltelijk te maken met een beperkte spreektijd en uiteraard helemaal niets met een gebrek aan wijsheden onzerzijds. Het belangrijkste punt is eigenlijk dat wij het in grote lijnen wel eens zijn met het beleid, zoals dat geformuleerd is in de stukken. Ik denk dat wij ons bij dit onderwerp tot die grote lijnen moeten beperken. Wij kunnen ons dus goed vinden in de voorgestelde wijzigingen en zijn het eens met de doelen die u hiermee wilt bereiken.

Als ik de lijn van onze fractie even probeer samen te vatten, dan willen wij eigenlijk voorkomen dat onze inwoners over enige tijd wakker worden in een soort New York City met het Groene Hart als een soort Central Park in het midden. Om die totale verstening te voorkomen, zullen wij de kwantiteit en kwaliteit van natuur en open landschap voortdurend moeten bewaken. Wij moeten niet alleen zorgvuldig omgaan met natuurlijke hulpbronnen, maar ook met het landschap dat een actieve bescherming nodig heeft. Dat heeft ook alles met leefbaarheid te maken. Als ik een term van collegae mag lenen, dan hebben wij het hier eigenlijk over rentmeesterschap. Een mooie term, omdat er ook een zekere mate van zakelijkheid uit spreekt. Onderaan de streep moet het allemaal wel kloppen. Zuid-Holland is geen reservaat. De ruimtelijke component moet ook ondersteunend zijn voor een bloeiende economie. De woningnood moet opgelost worden. Bereikbaarheid is een issue. En zo zijn er nog wel wat beleidsdoelen die allemaal een claim leggen op de schaarse ruimte. Zuid-Holland is echter geen ballonnetje dat je steeds verder kunt opblazen. Beleid moet in ieder geval voorkomen dat de ballon op een gegeven moment ‘boem’ zegt. Want boem is ho, zoals u weet. U ziet, het is allemaal niet zo ingewikkeld, zolang wij het maar bij die grote lijnen houden.

Maar, het wordt misschien wel wat ingewikkelder als wij inzoomen en terechtkomen in de Gnephoek, bij Bleizo-West of bij BBG, de RijnlandRoute, Valkenhorst om dat woord nog maar eens te gebruiken of de warmteleidingensoap, maar daarover spreken wij op andere momenten. Mijn fractie is in ieder geval van mening dat je beargumenteerd kunt afwijken van de hoofdlijnen van beleid, zolang de balans maar in het geheel blijft. Afhankelijk van de omstandigheden mag het beleid in sommige gevallen afwijken van andere, soortgelijke, maar niet gelijke kwesties. Dat heet maatwerk. Beleid dient naast flexibel, ook dynamisch te zijn, omdat de wereld niet stilstaat. Anticiperen op grote, nieuwe ontwikkelingen, zoals de vergrijzing, of kleinere ontwikkelingen, zoals de functieverandering van wat ooit vakantieparken waren, moet niet gefrustreerd worden door star vasthouden aan regels en gewoonten, die misschien niet meer helemaal passen.

Ik wil nog een laatste opmerking maken over het onderwerp verstedelijking en wonen. De beste bescherming van ons landschap en de beste kans op het vergroten van de leefbaarheid in stedelijke omgevingen, ontstaan naar onze mening als wij de stadvernieuwing uit de vorige eeuw opnieuw zouden gaan uitvinden. Vanuit de genoemde rentmeesterfilosofie is sloop en verstandige nieuwbouw op de grond die je al in gebruik hebt voor wonen, erg aantrekkelijk. In veel naoorlogse flatwijken zijn enorme aantallen woningen aan het einde van hun levensduur. Nieuwbouw met hogere dichtheden en energieneutraliteit, andere en meer gevarieerde woningtypen en een betere inrichting van de openbare ruimte en het benutten van meekoppelkansen op nog vele andere terreinen, lijkt ons erg verstandig. Daarbij is natuurlijk een gezamenlijke actie van alle overheidslagen nodig, maar iemand moet toch als eerste een steen in die vijver gooien of het balletje aan het rollen brengen. En waarom zou Zuid-Holland daarin geen gidsfunctie kunnen vervullen? De door Gedeputeerde Staten vastgestelde Verstedelijkingsstrategie, die ik geweldig goed vind, en de voornemens rond de module Ruimte en Wonen lijken onze goede voertuigen om deze gedachte hierin mee te nemen. In ieder geval kunnen wij ons goed vinden in de koers die met deze documenten, zeker met dit voorgenomen beleid, wordt ingeslagen. Wij zouden het beleid alleen soms wat meer uitgesproken en met meer ambitie en power in de markt gezet willen hebben, als u mij deze profane terminologie toestaat. De PAL zegt ergens in een advies: ”Veelal kiest de provincie een afwachtende houding in plaats van inspirerend en agenderend te zijn.” Dat is wel iets wat wij even in gedachten moeten houden. Ik denk dat Gedeputeerde Staten goed moeten nadenken over welke voorwaardelijke elementen nog beter kunnen worden ingevuld om op dit aspect vooruitgang te kunnen boeken. Ik denk dat sleutelen aan de combinatie van bestuurs- en organisatiecultuur wel eens een goede ingang zou kunnen zijn om straks als provincie ngo betere resultaten te kunnen behalen. Dank u wel.

———————–

De heer HAASNOOT (50PLUS): Nog even een korte informatieve vraag. Ik zat in de kantine blijkbaar aan een ander tafeltje. Nu is het zo dat er blijkbaar in Alphen aan den Rijn een college is gevallen. Ik ben geen kenner van de Alphense politiek, maar ik wel vernomen dat er binnenkort gemeenteraadsverkiezingen zijn en het zou zo maar kunnen dat over drie weken de vlag er heel anders bij hangt in Alphen, als de bevolking wakker schrikt. Kunnen wij niet beter even wachten tot na de verkiezingen?

Mevrouw BOUCHTAOUI (VVD): Dat er verkiezingen zijn in maart, dat is geen verrassing. Dat weten wij al behoorlijk lang. U weet dat ik heel graag even met u had willen eten aan een tafeltje, maar helaas was het vandaag maar heel weinig tijd. U hebt gelijk, verkiezingen, maar dat is iets op gemeenteniveau, dus er wordt straks echt een goede keus gemaakt voor de bewoners van Alphen. Ik sta hier als Statenlid in deze provincie samen met u voor hele belangrijke vragen. Ik vind de brief en de vraag die aan ons gesteld is, zoals ik eerder al zei, echt geen milde, echt geen gemakkelijke. Daar wil ik de tijd voor nemen, samen met u. Vandaar dat ik dat ik zo wil aanvliegen.

De VOORZITTER: Het is terecht dat u dat zegt, maar ik ga zo de presentielijst doornemen, zoals het hoort bij een digitale vergadering. Dan weet u meteen of iedereen wakker is. Ik stel voor dat wij de vervolgvergadering om 10.00 uur beginnen. Mijnheer De Vree.

De heer DE VREE (PVV): Als wij zo met de digitale vergadering beginnen, is het dan de bedoeling dat wij in deze zaal blijven zitten? Zo ja, dan hebben wij allemaal onze microfoon aan en dat wordt dan een heel raar geluid. Misschien moeten wij ons in groepjes over het gebouw verdelen.

De VOORZITTER: Het is goed dat u het zegt. Dat lijkt mij handig. Verspreid u over de ruimtes die wij hebben en doe zo weinig mogelijk uw microfoon aan.